Kunsthistoricus Jan Rudolph de Lorm gaat op verkenning naar dwarsverbanden tussen de beeldende kunst en de psychiatrie. De Lorm kijkt hoe beeldhouwers en schilders door de eeuwen heen mensen met stoornissen hebben verbeeld. Hun kunstwerken brengen de ontwikkeling en perceptie van de psychiatrie onverholen in beeld: van afstraffing en bezienswaardigheid tot mededogen en behandeling.
Vervolgens beschouwt hij het werk van enkele grote kunstenaars met een psychiatrische diagnose. In hoeverre wordt hun psychische gesteldheid weerspiegeld in het werk dat ze ons hebben nagelaten? Is Korenveld met kraaien van Vincent van Gogh werkelijk een uiting van diens depressieve aard en gaat De Schreeuw van Edvard Munch inderdaad over zijn angst?
Zijn er voorbeelden te geven van kunstenaars die hun depressie of psychose bewust hebben gebruikt voor het maken van kunstwerken?
Kunstenaar Jean Dubuffet, grondlegger van de naoorlogse ‘art brut’- beweging, liet zich inspireren door creaties van mensen met een psychische stoornis: de zogenaamde ‘outsider art’. Dit roept de vraag op of er eigenlijk verschil is tussen ‘echte kunst’ en ‘outsider art’.
Konden kunstenaars als Auguste Rodin, bij uitstek de verbeelder van de menselijke ziel, en Ernst Ludwig Kirchner in alle vrijheid uit hun geest putten?
Voor deze lezing interviewde De Lorm de toonaangevende schilder Frank van Hemert. Wat drijft Van Hemert om zijn diepste gevoelens aan het doek toe te vertrouwen?
Jan Rudolph de Lorm is directeur Museumzaken van Singer Laren. Hij studeerde kunstgeschiedenis en klassieke archeologie in Groningen en was werkzaam in het Gemeentemuseum Den Haag en het Rijksmuseum Amsterdam.
Datum dinsdag 9 januari 2018
Tijd 19.30 – 21.30 uur
Plaats Johanneskerk, Naarderstraat 5, Laren